RDM1L-serie aardlekschakelaar (ELCB) gegoten behuizing

De RDM1L-serie gegoten behuizing-stroomonderbreker wordt hoofdzakelijk toegepast in het distributiecircuit van AC50/60Hz, de nominale werkspanning bedraagt ​​400V, de nominale stroom tot 800A voor het bieden van indirecte bescherming en het voorkomen van brand veroorzaakt door de aardlekstroom. Hij kan ook worden gebruikt voor stroomverdeling en circuitbeveiliging tegen overbelasting en kortsluiting. Hij is ook geschikt voor het omschakelen van circuits en het incidenteel starten van motoren.
Dit product is geschikt voor isolatie.
Dit product voldoet aan de norm IEC 60947-2.


  • RDM1L-serie aardlekschakelaar (ELCB) gegoten behuizing
  • RDM1L-serie aardlekschakelaar (ELCB) gegoten behuizing
  • RDM1L-serie aardlekschakelaar (ELCB) gegoten behuizing
  • RDM1L-serie aardlekschakelaar (ELCB) gegoten behuizing

Productdetails

Sollicitatie

Parameters

Monsters en structuren

Afmetingen

Productintroductie

De RDM1L-serie gegoten behuizing-stroomonderbreker wordt hoofdzakelijk toegepast in het distributiecircuit van AC50/60Hz, de nominale werkspanning bedraagt ​​400V, de nominale stroom tot 800A voor het bieden van indirecte bescherming en het voorkomen van brand veroorzaakt door de aardlekstroom. Hij kan ook worden gebruikt voor stroomverdeling en circuitbeveiliging tegen overbelasting en kortsluiting. Hij is ook geschikt voor het omschakelen van circuits en het incidenteel starten van motoren.
Dit product is geschikt voor isolatie.
Dit product voldoet aan de norm IEC 60947-2.

De RDM1L-serie gegoten behuizing-stroomonderbreker wordt hoofdzakelijk toegepast in het distributiecircuit van AC50/60Hz, de nominale werkspanning bedraagt ​​400V, de nominale stroom tot 800A voor het bieden van indirecte bescherming en het voorkomen van brand veroorzaakt door de aardlekstroom. Hij kan ook worden gebruikt voor stroomverdeling en circuitbeveiliging tegen overbelasting en kortsluiting. Hij is ook geschikt voor het omschakelen van circuits en het incidenteel starten van motoren.
Dit product is geschikt voor isolatie.
Dit product voldoet aan de norm IEC 60947-2.

1

Normale werkomstandigheden en installatieomgeving

3.1 Temperatuur: niet hoger dan +40 °C en niet lager dan -5 °C, en de gemiddelde temperatuur niet hoger dan +35 °C.
3.2 Installatielocatie maximaal 2000m.
3.3 Relatieve luchtvochtigheid: maximaal 50% bij een temperatuur van +40 °C. Het product kan een hogere luchtvochtigheid bij lagere temperaturen verdragen; bijvoorbeeld bij een temperatuur van +20 °C kan het product een relatieve luchtvochtigheid van 90% verdragen.
De condensatie die optreedt als gevolg van temperatuurveranderingen moet met speciale maatregelen worden aangepakt
3.4 Klasse van vervuiling: 3 Klasse
3.5 Het apparaat moet worden geïnstalleerd op een plaats waar geen explosiegevaar bestaat en waar zich geen gas of geleidend stof bevindt dat corrosie van het metaal en schade aan de isolatie zou kunnen veroorzaken.
3.6 Maximale installatiehoek 5°. Het moet worden geïnstalleerd op een plaats waar het geen zichtbare invloeden van weersinvloeden heeft.
3.7 Hoofdcircuitinstallatietype: III, Hulpcircuit- en regelcircuitinstallatietype: 11
3.8 Het externe magnetische veld van de installatielocatie mag niet groter zijn dan vijf keer het magnetische veld van de aarde.
3.9 Installatie elektromagnetische omgeving: B-type

Code Instructie
Een type De N-pool heeft geen overbelastingsbeveiliging en de N-pool is altijd aangesloten en maakt geen verbinding of onderbreking met de andere 3 polen.
B-type De N-pool heeft geen overbelastingsbeveiliging en de N-pool kan met de andere 3 polen verbonden of verbroken worden.
C-type De N-pool heeft geen overbelastingsbeveiliging en de N-pool kan met de andere 3 polen verbonden of verbroken worden.
D-type De N-pool is voorzien van een overbelastingsbeveiliging en de N-pool is altijd aangesloten. Verbind of breek de N-pool niet met de andere 3 polen.
Accessoirenaam
Accessoire
code 
Tripping-modus
Niet Alarmerend contact Shunt-vrijgave Extra
contact
onderspanningsvrijgave Shunt hulpontgrendeling onder shuntspanning
uitgave
2 sets contacten Hulpcontact en onderspanningsbeveiliging Alarmerend contact en shuntvrijgave Alarmerend hulpcontact Alarmerend hulpcontact &
Shunt-vrijgave
2 sets hulp alarmcontact
Onmiddellijke vrijgave 200 208 210 220 230 240 250 260 270 218 228 248 268
Dubbele release 300 308 310 320 330 340 350 360 370 318 328 348 368

Opmerking:
1. Alleen 4P B-type en C-type producten hebben accessoirecode 240, 250, 248 en 340, 350, 318, 348.
2. Alleen RDM1L-400 en 800 framemaat 4P B-type en C-type producten hebben accessoirecode 260, 270, 268 en 360, 370, 368.

3.2 Classificatie
3.2.1 Pool: 2P, 3P en 4P (2P-product heeft alleen RDM1L-125L/2300, RDM1 L-125M/2300, RDM1 L-250M/2300, RDM1-250M/2300)
3.2.2 Aansluittype: frontplaataansluiting, achterplaataansluiting en inzetstuktype.
3.2.3 Toepassing: type stroomverdeling en type motorbeveiliging
3.2.4 Type aardlekschakelaar: elektromagnetisch type, onmiddellijk type.
3.2.5 Reststroomonderbrekingstijd: vertraagd type en niet-vertraagd type
3.2.6 Nominale beperkte kortsluitstroomonderbreking: L-standaardtype, M-mediumtype, H-hoogtype
3.2.7 Bedieningstype: Bediening met handgreep, Motorbediening (P), Draaigreepbediening (Z, voor kast)

Belangrijkste technische parameter

4.1 Ui=690V, Uimp=8kV, de belangrijkste technische parameter zie Tabel 3.

Modelnr. Nominale stroom ln (A) Nominale bedrijfsspanning (V) Nominale kortsluitonderbrekingscapaciteit R Nominale restkortsluit-inschakel- en uitschakelcapaciteit lm (A) Nominale reststroom In (mA) Boogafstand mm
lcu (kA) lc (skA)
RDM1L-125L 10 16 20
25 32 40
50 63 80
100
400 35 22 25%lcu 30/100/300 Geen vertragingstype
100/300/500 vertragingstype
≤50
   
RDM1L-125M 50 35
RDM1L-125H 85 50
RDM1L-250L 100, 125, 160, 180, 200, 225 400 35 22 25%lcu 100/300/500 ≤50
RDM1L-250M 50 35
RDM1L-250H 85 50
RDM1L-400L 225, 250, 315, 350, 400 400 50 25 25%lcu 100/300/500 ≤50
RDM1L-400M 65 35
RDM1L-400H 100 50
RDM1L-800L 400, 500, 630, 700, 800 400 50 25 25%lcu 300/500/1000 ≤50
RDM1L-800M 70 35
RDM1L-800H 100 50

4.2 Aardlekbeveiligingstijd van de stroomonderbreker zie Tabel 4

Reststroom l△n 2I△n 5I△n 10I △n
Niet-vertragingstype Maximale breektijd (s) 0,3 0,15 0,04 0,04
Vertragingstype Maximale breektijd (s) 0,4/1,0 0,3/1,0 0,2/0,9 0,2/0,9
Beperkte ontlaadtijd t (s) - 0,1/0,5 - -

4.3 Overbelastingsvrijgave bestaat uit de thermische langvertragingsvrijgave met een omgekeerde tijdkarakteristiek en een onmiddellijke actievrijgave, de actiefunctie zie Tabel 5

Stroomverdeler Motorbeveiligingsschakelaar
Nominale stroom ln (A) Thermische vrijgave   Nominale stroom ln (A) Thermische vrijgave elektromagnetische vrijgave-actiestroom
1,05ln (koele toestand)
Tijd zonder actie (h)
1,30ln (hittetoestand)
Actietijd (u)
elektromagnetische vrijgave-actiestroom 1,0 ln (koele toestand) niet-actietijd (h) 1,20ln (hittetoestand)
actietijd (u)
10≤ln≤63 1 1 10ln±20% 10≤ln≤630 2 2 12ln±20%
63<ln≤l00 2 2
100<ln≤800 2 2 5ln±20% 10ln±20%

4.4 Technische parameter van het accessoire-apparaat
4.4.1 Nominale waarde van het hulpcontact en alarmcontact, zie Tabel 6

Contact Framegrootte nominale stroom conventionele verwarmingsstroom lth (A) Nominale bedrijfsstroom le (A)
AC400V DC220V
Hulpcontact lnm≤225 3 0,3 0,15
lnm≥400 3 0,4 0,15
Alarmcontact 100≤lnm≤630 3 0,3 0,15

4.4.2 Regelcircuitvrijgave en nominale motorstuurspanning (Us) en nominale bedrijfsspanning (Ue) Zie Tabel 7.

Type Nominale spanning (V)
AC 50Hz DC
Uitgave shuntontgrendeling Us 230 400 24 110 220
onderspanningsafschakelspoel Ue 230 400  
motormechanisme Us 230 400 110 220

4.4.2.1 De externe spanning van de stroomafschakelspoel ligt tussen de nominale stuurspanning 70% en 110%. Hierdoor kan de stroomafschakelspoel op betrouwbare wijze worden uitgeschakeld.
4.4.2.2 Wanneer de voedingsspanning daalt tot 70% tot 35% onder de nominale bedrijfsspanning, kan de onderspanningsafleider de lijn onderbreken. Wanneer de voedingsspanning hoger is dan 85% van de nominale bedrijfsspanning van de onderspanningsafleider, zal de onderspanningsafleider de betreffende stroomonderbreker sluiten. Waarschuwing: De onderspanningsafleider moet eerst worden opgeladen en vervolgens de stroomonderbreker sluiten. Anders kan de stroomonderbreker beschadigd raken.
4.4.2.3 Het motorbedieningsmechanisme zorgt ervoor dat de stroomonderbreker gesloten kan worden wanneer de netspanning tussen 85% -110% ligt, onder de nominale frequentie.
4.4.3 Lekkage-alarmmodule (RDM1 L-125L, 250L hebben dit niet.) Specificatie: P5-P6-poort voor ingangsvoeding AC50/60Hz, 230V of 400V. P1-P2, P3-P4-poort voor capaciteit is AC230V 5A, zie Afb. 1

Opmerking:
1. Modus II kan voldoen aan speciale sitevereisten; gebruikers nemen deze functie over na overleg.
2. Stroomonderbreker met lekstroomalarmmodule. Wanneer het lekstroomalarm optreedt, zal de lekstroombeveiligingsmodule functioneren na het resetten van de resetknop van Module II.Fig.1.

2

1 3 4

5.1 Uiterlijk en installatieafmetingen zie Fig. 2, Fig. 3 en Fig. 8.

3

Modelnr. Pool Aansluiting op het voorpaneel Installatiedimensie
L1 L2 W1 W2 W3 H1 H2 H3 K a b Φ d
RDM1L-125L 3 150 52 92 88 23 94 75 72 18 30 129 Φ 4,5
4 150 52 122 88 23 94 75 72 18 60 129 Φ 4,5
RDM1L-250L 4 150 52 92 88 23 110 92 90 18 30 129 Φ 4,5
3 150 52 122 88 23 110 92 90 18 60 129 Φ 4,5
RDM1L-250M.H 3 165 52 107 102 23 94 72 70 23 35 126 Φ 5
3 165 62 142 102 23 94 72 70 23 70 126 Φ 5
RDM1L-400 3 165 52 107 102 23 110 90 88 23 35 126 Φ 5
4 165 62 142 102 23 110 90 88 23 70 126 Φ 5
RDM1L-800 4 257 130 150 150 65 150 110 108 32 44 194 Φ 7
4 257 92 198 142 65 150 110 108 32 44 194 Φ 7
RDM1L-100M.H 4 280 138 210 210 66 150 116 111 44 70 243 Φ 7
3 280 92 280 182 67 150 116 111 44 70 243 Φ 7

De RDM1L-serie gegoten behuizing-stroomonderbreker wordt hoofdzakelijk toegepast in het distributiecircuit van AC50/60Hz, de nominale werkspanning bedraagt ​​400V, de nominale stroom tot 800A voor het bieden van indirecte bescherming en het voorkomen van brand veroorzaakt door de aardlekstroom. Hij kan ook worden gebruikt voor stroomverdeling en circuitbeveiliging tegen overbelasting en kortsluiting. Hij is ook geschikt voor het omschakelen van circuits en het incidenteel starten van motoren.
Dit product is geschikt voor isolatie.
Dit product voldoet aan de norm IEC 60947-2.

1

Normale werkomstandigheden en installatieomgeving

3.1 Temperatuur: niet hoger dan +40 °C en niet lager dan -5 °C, en de gemiddelde temperatuur niet hoger dan +35 °C.
3.2 Installatielocatie maximaal 2000m.
3.3 Relatieve luchtvochtigheid: maximaal 50% bij een temperatuur van +40 °C. Het product kan een hogere luchtvochtigheid bij lagere temperaturen verdragen; bijvoorbeeld bij een temperatuur van +20 °C kan het product een relatieve luchtvochtigheid van 90% verdragen.
De condensatie die optreedt als gevolg van temperatuurveranderingen moet met speciale maatregelen worden aangepakt
3.4 Klasse van vervuiling: 3 Klasse
3.5 Het apparaat moet worden geïnstalleerd op een plaats waar geen explosiegevaar bestaat en waar zich geen gas of geleidend stof bevindt dat corrosie van het metaal en schade aan de isolatie zou kunnen veroorzaken.
3.6 Maximale installatiehoek 5°. Het moet worden geïnstalleerd op een plaats waar het geen zichtbare invloeden van weersinvloeden heeft.
3.7 Hoofdcircuitinstallatietype: III, Hulpcircuit- en regelcircuitinstallatietype: 11
3.8 Het externe magnetische veld van de installatielocatie mag niet groter zijn dan vijf keer het magnetische veld van de aarde.
3.9 Installatie elektromagnetische omgeving: B-type

Code Instructie
Een type De N-pool heeft geen overbelastingsbeveiliging en de N-pool is altijd aangesloten en maakt geen verbinding of onderbreking met de andere 3 polen.
B-type De N-pool heeft geen overbelastingsbeveiliging en de N-pool kan met de andere 3 polen verbonden of verbroken worden.
C-type De N-pool heeft geen overbelastingsbeveiliging en de N-pool kan met de andere 3 polen verbonden of verbroken worden.
D-type De N-pool is voorzien van een overbelastingsbeveiliging en de N-pool is altijd aangesloten. Verbind of breek de N-pool niet met de andere 3 polen.
Accessoirenaam
Accessoire
code 
Tripping-modus
Niet Alarmerend contact Shunt-vrijgave Extra
contact
onderspanningsvrijgave Shunt hulpontgrendeling onder shuntspanning
uitgave
2 sets contacten Hulpcontact en onderspanningsbeveiliging Alarmerend contact en shuntvrijgave Alarmerend hulpcontact Alarmerend hulpcontact &
Shunt-vrijgave
2 sets hulp alarmcontact
Onmiddellijke vrijgave 200 208 210 220 230 240 250 260 270 218 228 248 268
Dubbele release 300 308 310 320 330 340 350 360 370 318 328 348 368

Opmerking:
1. Alleen 4P B-type en C-type producten hebben accessoirecode 240, 250, 248 en 340, 350, 318, 348.
2. Alleen RDM1L-400 en 800 framemaat 4P B-type en C-type producten hebben accessoirecode 260, 270, 268 en 360, 370, 368.

3.2 Classificatie
3.2.1 Pool: 2P, 3P en 4P (2P-product heeft alleen RDM1L-125L/2300, RDM1 L-125M/2300, RDM1 L-250M/2300, RDM1-250M/2300)
3.2.2 Aansluittype: frontplaataansluiting, achterplaataansluiting en inzetstuktype.
3.2.3 Toepassing: type stroomverdeling en type motorbeveiliging
3.2.4 Type aardlekschakelaar: elektromagnetisch type, onmiddellijk type.
3.2.5 Reststroomonderbrekingstijd: vertraagd type en niet-vertraagd type
3.2.6 Nominale beperkte kortsluitstroomonderbreking: L-standaardtype, M-mediumtype, H-hoogtype
3.2.7 Bedieningstype: Bediening met handgreep, Motorbediening (P), Draaigreepbediening (Z, voor kast)

Belangrijkste technische parameter

4.1 Ui=690V, Uimp=8kV, de belangrijkste technische parameter zie Tabel 3.

Modelnr. Nominale stroom ln (A) Nominale bedrijfsspanning (V) Nominale kortsluitonderbrekingscapaciteit R Nominale restkortsluit-inschakel- en uitschakelcapaciteit lm (A) Nominale reststroom In (mA) Boogafstand mm
lcu (kA) lc (skA)
RDM1L-125L 10 16 20
25 32 40
50 63 80
100
400 35 22 25%lcu 30/100/300 Geen vertragingstype
100/300/500 vertragingstype
≤50
   
RDM1L-125M 50 35
RDM1L-125H 85 50
RDM1L-250L 100, 125, 160, 180, 200, 225 400 35 22 25%lcu 100/300/500 ≤50
RDM1L-250M 50 35
RDM1L-250H 85 50
RDM1L-400L 225, 250, 315, 350, 400 400 50 25 25%lcu 100/300/500 ≤50
RDM1L-400M 65 35
RDM1L-400H 100 50
RDM1L-800L 400, 500, 630, 700, 800 400 50 25 25%lcu 300/500/1000 ≤50
RDM1L-800M 70 35
RDM1L-800H 100 50

4.2 Aardlekbeveiligingstijd van de stroomonderbreker zie Tabel 4

Reststroom l△n 2I△n 5I△n 10I △n
Niet-vertragingstype Maximale breektijd (s) 0,3 0,15 0,04 0,04
Vertragingstype Maximale breektijd (s) 0,4/1,0 0,3/1,0 0,2/0,9 0,2/0,9
Beperkte ontlaadtijd t (s) - 0,1/0,5 - -

4.3 Overbelastingsvrijgave bestaat uit de thermische langvertragingsvrijgave met een omgekeerde tijdkarakteristiek en een onmiddellijke actievrijgave, de actiefunctie zie Tabel 5

Stroomverdeler Motorbeveiligingsschakelaar
Nominale stroom ln (A) Thermische vrijgave   Nominale stroom ln (A) Thermische vrijgave elektromagnetische vrijgave-actiestroom
1,05ln (koele toestand)
Tijd zonder actie (h)
1,30ln (hittetoestand)
Actietijd (u)
elektromagnetische vrijgave-actiestroom 1,0 ln (koele toestand) niet-actietijd (h) 1,20ln (hittetoestand)
actietijd (u)
10≤ln≤63 1 1 10ln±20% 10≤ln≤630 2 2 12ln±20%
63<ln≤l00 2 2
100<ln≤800 2 2 5ln±20% 10ln±20%

4.4 Technische parameter van het accessoire-apparaat
4.4.1 Nominale waarde van het hulpcontact en alarmcontact, zie Tabel 6

Contact Framegrootte nominale stroom conventionele verwarmingsstroom lth (A) Nominale bedrijfsstroom le (A)
AC400V DC220V
Hulpcontact lnm≤225 3 0,3 0,15
lnm≥400 3 0,4 0,15
Alarmcontact 100≤lnm≤630 3 0,3 0,15

4.4.2 Regelcircuitvrijgave en nominale motorstuurspanning (Us) en nominale bedrijfsspanning (Ue) Zie Tabel 7.

Type Nominale spanning (V)
AC 50Hz DC
Uitgave shuntontgrendeling Us 230 400 24 110 220
onderspanningsafschakelspoel Ue 230 400  
motormechanisme Us 230 400 110 220

4.4.2.1 De externe spanning van de stroomafschakelspoel ligt tussen de nominale stuurspanning 70% en 110%. Hierdoor kan de stroomafschakelspoel op betrouwbare wijze worden uitgeschakeld.
4.4.2.2 Wanneer de voedingsspanning daalt tot 70% tot 35% onder de nominale bedrijfsspanning, kan de onderspanningsafleider de lijn onderbreken. Wanneer de voedingsspanning hoger is dan 85% van de nominale bedrijfsspanning van de onderspanningsafleider, zal de onderspanningsafleider de betreffende stroomonderbreker sluiten. Waarschuwing: De onderspanningsafleider moet eerst worden opgeladen en vervolgens de stroomonderbreker sluiten. Anders kan de stroomonderbreker beschadigd raken.
4.4.2.3 Het motorbedieningsmechanisme zorgt ervoor dat de stroomonderbreker gesloten kan worden wanneer de netspanning tussen 85% -110% ligt, onder de nominale frequentie.
4.4.3 Lekkage-alarmmodule (RDM1 L-125L, 250L hebben dit niet.) Specificatie: P5-P6-poort voor ingangsvoeding AC50/60Hz, 230V of 400V. P1-P2, P3-P4-poort voor capaciteit is AC230V 5A, zie Afb. 1

Opmerking:
1. Modus II kan voldoen aan speciale sitevereisten; gebruikers nemen deze functie over na overleg.
2. Stroomonderbreker met lekstroomalarmmodule. Wanneer het lekstroomalarm optreedt, zal de lekstroombeveiligingsmodule functioneren na het resetten van de resetknop van Module II.Fig.1.

2

1 3 4

5.1 Uiterlijk en installatieafmetingen zie Fig. 2, Fig. 3 en Fig. 8.

3

Modelnr. Pool Aansluiting op het voorpaneel Installatiedimensie
L1 L2 W1 W2 W3 H1 H2 H3 K a b Φ d
RDM1L-125L 3 150 52 92 88 23 94 75 72 18 30 129 Φ 4,5
4 150 52 122 88 23 94 75 72 18 60 129 Φ 4,5
RDM1L-250L 4 150 52 92 88 23 110 92 90 18 30 129 Φ 4,5
3 150 52 122 88 23 110 92 90 18 60 129 Φ 4,5
RDM1L-250M.H 3 165 52 107 102 23 94 72 70 23 35 126 Φ 5
3 165 62 142 102 23 94 72 70 23 70 126 Φ 5
RDM1L-400 3 165 52 107 102 23 110 90 88 23 35 126 Φ 5
4 165 62 142 102 23 110 90 88 23 70 126 Φ 5
RDM1L-800 4 257 130 150 150 65 150 110 108 32 44 194 Φ 7
4 257 92 198 142 65 150 110 108 32 44 194 Φ 7
RDM1L-100M.H 4 280 138 210 210 66 150 116 111 44 70 243 Φ 7
3 280 92 280 182 67 150 116 111 44 70 243 Φ 7
Schrijf hier uw bericht en stuur het naar ons