De RDM1-serie heeft een klein volume, een hoog schakelvermogen, een korte boog en trillingsdempende voordelen, waardoor het het ideale product is voor gebruik op land en op zee. De nominale isolatiespanning van de schakelaar is 800 V (de isolatiespanning van de RDM1-63 is 500 V) en wordt toegepast op een distributienetwerk van AC 50 Hz/AC 60 Hz. De nominale werkspanning is maximaal 690 V en de nominale stroom maximaal 1250 A. De schakelaar verdeelt de stroom en beschermt het circuit en de stroombron tegen overbelasting, kortsluiting en onderspanning. De schakelaar kan ook worden gebruikt om het circuit om te schakelen, de motor onregelmatig te starten en te beschermen tegen overbelasting, kortsluiting en onderspanning. Het product kan zowel verticaal als horizontaal worden geïnstalleerd.
De RDM1-serie heeft een klein volume, een hoog schakelvermogen, een korte boog en trillingsdempende voordelen, waardoor het het ideale product is voor gebruik op land en op zee. De nominale isolatiespanning van de schakelaar is 800 V (de isolatiespanning van de RDM1-63 is 500 V) en wordt toegepast op een distributienetwerk van AC 50 Hz/AC 60 Hz. De nominale werkspanning is maximaal 690 V en de nominale stroom maximaal 1250 A. De schakelaar verdeelt de stroom en beschermt het circuit en de stroombron tegen overbelasting, kortsluiting en onderspanning. De schakelaar kan ook worden gebruikt om het circuit om te schakelen, de motor onregelmatig te starten en te beschermen tegen overbelasting, kortsluiting en onderspanning. Het product kan zowel verticaal als horizontaal worden geïnstalleerd.
Deze productie wordt toegepast op isolatie, teken:
Normale werkomstandigheden en installatieomgeving
3.1 Temperatuur: niet hoger dan +40°C en niet lager dan -5°C, en de gemiddelde temperatuur niet hoger dan +35°C.
3.2 Installatielocatie maximaal 2000m.
3.3 Relatieve luchtvochtigheid: maximaal 50% bij een temperatuur van +40 °C. Het product kan een hogere luchtvochtigheid bij lagere temperaturen verdragen; bijvoorbeeld bij een temperatuur van +20 °C kan het product een relatieve luchtvochtigheid van 90% verdragen. Condensatie die optreedt als gevolg van temperatuurschommelingen moet met speciale maatregelen worden behandeld.
3.4 Klasse van vervuiling: 3 Klasse
3.5 Maximale installatiehellingshoek: 22,5°
3.6 Installatietype hulpcircuit en stuurcircuit: Klasse II; Installatietype hoofdschakelaar: Klasse III;
Het is bestand tegen normale trillingen en functioneert stabiel onder maritieme omstandigheden.
Code | Structuurbeschrijving (Productie zonder aangegeven is B-type) | ||||||||
Een type | N-pool zonder overbelastingsuitschakeling, en N-pool is altijd aangesloten | ||||||||
B-type | N-pool zonder overbelastingsschakeling en verbinding, onderbreking met andere polen. |
Accessoirenaam Accessoire code Tripping-modus | Niet | Alarmcontact | Shunt-vrijgave | Extra contact | onderspanningsvrijgave | Shunt-vrijgave Hulpcontact | Stroomafschakelspoel + onderspanning uitgave | Twee sets hulpcontacten | Hulpcontact + onderspanningsbeveiliging | Alarmcontact + Shunt release | Alarmcontact + Hulpcontact | Alarmcontact + onderspanningsvrijgave | Alarmcontact + Hulpcontact + Shunt-vrijgave | Twee sets hulpcontact + alarmcontact | Alarmcontact onderspanningsvrijgave + hulpcontact | |
Onmiddellijke vrijgave | 200 | 208 | 210 | 220 | 230 | 240 | 250 | 260 | 270 | 218 | 228 | 238 | 248 | 268 | 278 | |
Dubbele release | 300 | 308 | 310 | 320 | 330 | 340 | 350 | 360 | 370 | 318 | 328 | 338 | 348 | 368 | 378 |
Belangrijkste technische parameter
4.1 Belangrijkste technische parameter zie Tabel 3
Modelnr. | Framemaat nominale stroom Inm A | Nominale stroom In (A) | Nominale werkspanning Ue (V) | Polen | Nominale kortsluitstroomonderbreker (kA) | ||||
Icu/cosφ | Ics/cos Φ | ||||||||
400V | 690V | 400V | 690V | ||||||
RDM1-63L | 63 | (6), 10, 16, 20, 25, 32, 40, 50, 63 | 400 | 3 | 25 | - | 12,5 | - | ≤50 |
RDM1-63M | 400 | 3, 4 | 50 | - | 25 | - | |||
RDM1-63H | 400 | 3 | 50 | - | 25 | - | |||
RDM1-125L | 125 | (10), 16, 20, 25, 32, 40, 50, 63, 80, 100, 125 | 400 | 2, 3, 4 | 35 | - | 25 | - | ≤50 |
RDM1-125M | 400/690 | 2, 3, 4 | 50 | 10 | 35 | 5 | |||
RDM1-125H | 400/690 | 3, 4 | 85 | 20 | 50 | 10 | |||
RDM1-250L | 250 | 100, 125, 160, 180, 200, 225, 250 | 400 | 2, 3, 4 | 35 | - | 25 | - | ≤50 |
RDM1-250M | 400/690 | 2, 3, 4 | 50 | 10 | 35 | 5 | |||
RDM1-250H | 400/690 | 3, 4 | 85 | 10 | 50 | 5 | |||
RDM1-400C | 400 | 225, 250, 315, 350, 400 | 400 | 3 | 50 | - | 35 | - | ≤100 |
RDM1-400L | 400/690 | 3, 4 | 50 | 10 | 35 | 5 | |||
RDM1-400M | 400/690 | 3, 4 | 65 | 10 | 42 | 5 | |||
RDM1-400H | 400/690 | 3, 4 | 100 | 10 | 65 | 5 | |||
RDM1-630L | 630 | 400, 500, 630 | 400 | 3, 4 | 50 | - | 25 | - | ≤100 |
RDM1-630M | 400/690 | 3, 4 | 65 | 10 | 32,5 | 5 | |||
RDM1-630H | 400 | 3, 4 | 100 | - | 60 | - | |||
RDM1-800M | 800 | 630, 700, 800 | 4400/690 | 3, 4 | 75 | 20 | 50 | 10 | ≤100 |
RDM1-800H | 400 | 3, 4 | 100 | - | 65 | - | |||
RDM1-1250M | 1250 | 700, 800, 1000, 1250 | 400/690 | 3, 4 | 65 | 20 | 35 | 10 | ≤100 |
4.2 De overbelastingsstroomafschakelspoel bestaat uit een thermische afschakelspoel met omgekeerde tijdkarakteristiek en een onmiddellijke afschakelspoel (elektromagnetisch).
Distributie-stroomonderbreker | Motorbeveiligingsschakelaar | ||||||
Nominale stroom ln (A) | Thermische relaisontgrendeling | Bedrijfsstroom elektromagnetische vrijgave (A) | Nominale stroom ln (A) | Thermische relaisontgrendeling | Bedrijfsstroom elektromagnetische vrijgave (A) | ||
1.05In conventionele niet-uitschakeltijd H (koude toestand) | 1.30In conventionele uitschakeltijd H (hittetoestand) | 1.0In conventionele niet-uitschakeltijd H (koude toestand) | 1.2In conventionele uitschakeltijd H (hittetoestand) | ||||
10≤ln≤63 | 1 | 1 | 10ln±20% | 10≤ln≤630 | 2 | 2 | 12ln±20% |
63 | 2 | 2 | |||||
100 | 2 | 2 | 5ln±20%, 10ln±20% |
Accessoire voor stroomonderbreker
5.1 Interne accessoire
5.1.1 Shunt-vrijgave
Aansluitschema, zie figuur 1 en figuur 2.
Nominale spanning van de stuurvoeding: AC 50/60Hz, 230V, 400V; DC24V, de stroomonderbreker kan betrouwbaar werken bij een spanning van 85% tot 110% van de nominale stuurvoedingsspanning.
5.12 Onderspanningsbeveiliging
Wanneer de spanning lager is dan 35% van de nominale stuurspanning, kan deze beveiliging de stroomonderbreker blokkeren. Zie figuur 3 voor het aansluitschema.
Wanneer de spanning daalt tot een bereik van 70% tot 35% van de nominale stuurspanning, wordt de onderspanningsafschakelspoel geactiveerd.
Wanneer de spanning binnen het bereik van 85% tot 110% van de nominale stuurspanning ligt, kan deze vrijgave een betrouwbare dosering van het circuit garanderen.
Let op: De stroomonderbreker met onderspanningsbeveiliging kan alleen uitschakelen en sluiten als de stroomonderbreker de nominale spanning krijgt.
5.13 Hulpcontact
De stroomonderbreker heeft twee sets contacten, elke set is elektrisch niet open. Zie Tabel 5 voor de details van de hulpcontacten.
5.14 Alarmcontact
Nominale bedrijfsspanningsparameter, zie Tabel 5.
Type | Framemaat nominale stroom Inm A | AC-15 | DC-13 | ||||
Conventionele verwarmingsstroom A | Nominale bedrijfsspanning V | Ratwd-frequentie Hz | Nominale stroom A | Nominale bedrijfsspanning V | Nominale stroom A | ||
Hulpcontact | lnm≤250 | 3 | 400 | 50 | 0,3 | 230 | 0,15 |
Inm≥2400 | 3 | 0,4 | 0,15 | ||||
Alarmcontact | 63≤lnm≤800 | 3 | 0,3 | 0,15 |
5.15 Speciale stroomonderbrekeraccessoires van de prepaidmeter
De nominale bedrijfsspanning van de prepaidmeter is 230 V AC 50 Hz. De spanning ligt tussen 65% en 110% Ue. Wanneer het schakelpunt open is, wordt de stroomonderbreker na 0,5 tot 2 seconden onderbroken. Zie diagram:
5.16 Overspanningsbeveiliging
De overspanningsbeveiliging moet onder de volgende omstandigheden uitschakelen:
a) Wanneer de nominale bedrijfsspanning (fasespanning) lager is dan 262V
b) Wanneer de neutrale lijn van drie fasen en vier draden breekt
c) Wanneer de neutrale lijn de faselijnen verkeerd verbindt,
5.2 extra accessoire voor stroomonderbreker
5.21 Structuur van het elektrische bedieningsmechanisme zie Tabel 6
Model | RDM 1-63, 100, 2 50 | RDM 1-400.630.800 | |||||
Type | |||||||
Structuur | Elektromagnetisme | Motor | |||||
Specificatie | 50 Hz, 230 V, 400 V |
5.22 Het handmatige bedieningsmechanisme moet worden geïnstalleerd nadat het gat is geboord volgens het diagram.
Draaihendel "UIT" staat in de horizontale positie. Houd de hendel in de juiste positie en probeer de hendel te bedienen. De rotatie moet soepel zijn en de schakelaar moet open zijn als de hendel in de horizontale positie staat. De schakelaar moet gesloten zijn als de hendel in de verticale positie staat.
Modelnr. | RDM1-63 | RDM1-100 | RDM1-250 | RDM 1-400 | RDM 1-630 | RDM 1-800 | ||
Installatiemaat | 50 | 52 | 54 | 97 | 97 | 90 | ||
Y-waarde van de bedieningshendel ten opzichte van het midden van de schakelaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale en montage afmetingen (mm)
5.23 Inbouwafmetingen van de mechanische vergrendeling van twee stroomonderbrekers, zie Tabel 6 Figuur 6 en Tabel 8.
Modelnr. | A | B | W | C | L | A | Φd |
RDM 1-63 | 25 | 117 | 105 | 35 | 22 | 117 | 3,5 |
RDM1-125 | 30 | 129 | 120 | 46 | 22 | 140 | 4.5 |
RDM1-250 | 35 | 126 | 138 | 46 | 22 | 132 | 5.5 |
RDM1-400L, M, H | 44 | 194 | 178,5 | 56 | 28 | 188 | 7 |
RDM 1-800 | 44 | 215 | 176 | 56 | 28 | 188 | 5.5 |
RDM 1-630 | 58 | 200 | 230 | 56 | 28 | 240 | 7 |
RDM1-400C | 70 | 243 | 250 | 56 | 28 | 252 | 5.5 |
Modelnr. | Voorste aansluiting totaal | Installatiemaat | ||||||||||||||||||||
W | L | H | H1 | H2 | H3 | W1 | L1 | L2 | W2 | K | N | M | X | Y | A | B | Φd | |||||
3P | 4P | 3P | 4P | 3P | 4P | 3P | 4P | |||||||||||||||
RDM1-63L | 76 | - | 135 | 73 | 90,5 | 20 | 6.5 | 25 | 170 | 117 | 14 | 86,5 | 42,5 | 35 | - | 25 | 0 | 69 | - | 25 | 117 | 4 |
RDM1-63M RDM1-63H | 76 | 102 | 135 | 82 | 98,5 | 28 | 6.5 | 25 | 170 | 117 | 14 | 86,5 | 41,5 | 35 | 26.5 | 25 | 23 | 69 | 49 | 25 | 117 | 4 |
RDM1-125L | 92 | 122 | 150 | 68 | 86 | 24 | 7,5 | 30 | 200 | 132 | 17 | 89 | 43 | 32 | 27 | 27 | 23 | 67 | 51 | 30 | 129 | 4 |
RDM1-125M | 92 | 122 | 150 | 86 | 104 | 24 | 7,5 | 30 | 200 | 132 | 17 | 89 | 43 | 32 | 27 | 27 | 23 | 67 | 51 | 30 | 129 | 4 |
RDM1-125H | ||||||||||||||||||||||
RDM1-250L | 107 | 142 | 165 | 86 | 110 | 24 | 6 | 35 | 230 | 144 | 24 | 98 | 51 | 39 | 27 | 27 | 23 | 80 | 54 | 35 | 126 | 5 |
RDM1-250M | 107 | 142 | 165 | 103 | 127 | 24 | 6 | 35 | 230 | 144 | 24 | 102 | 51 | 39 | 27 | 27 | 23 | 80 | 54 | 35 | 126 | 5 |
RDM1-250H | ||||||||||||||||||||||
RDM1-400C | 140 | - | 257 | 100 | 146 | 36,5 | 7,5 | 44 | 361,5 | 225 | - | 128 | 50,5 | 20 | - | 53 | - | 90 | - | 44 | 215 | 6.5 |
RDM1-400L | 150 | 198 | 257 | 107 | 155 | 38 | 5 | 48 | 357 | 224 | 31 | 128 | 64,5 | 48 | 48 | 66 | 66 | 90 | 90 | 44 | 194 | 7 |
RDM1-400M | 150 | 198 | 257 | 107 | 155 | 38 | 5 | 48 | 357 | 224 | 31 | 128 | 64,5 | 48 | 48 | 66 | 66 | 90 | 90 | 44 | 194 | 7 |
RDM1-400H | ||||||||||||||||||||||
RDM1-630L | 182 | 240 | 270 | 112 | 160 | 45 | 3,5 | 58 | 370 | 234 | 41 | 135 | 67,5 | 45 | 45 | 66 | 66 | 90 | 90 | 58 | 200 | 7 |
RDM1-630M RDM1-630H | 182 | 240 | 270 | 114 | 160 | 43 | 3,5 | 58 | 370 | 234 | 41 | 138 | 69 | 45 | 42,5 | 69 | 67 | 96 | 90 | 58 | 200 | 7 |
RDM1-800M RDM1-800H | 210 | 280 | 280 | 117 | 160 | 42 | 5 | 70 | 380 | 243 | 44 | 136 | 65,5 | 48 | 48 | 67 | 67 | 82 | 82 | 70 | 243 | 7,5 |
6.2 Totale afmetingen van de achteraansluiting, zie figuur 8 en tabel 10.
6.3 Achteraansluiting installatie open gat afmeting, zie Tabel 9
Modelnr. | Dimensiecode. | |||||||||
H3 | H4 | D | W | L2 | Φd2 | A | B | C | Φd1 | |
RDM 1-63 | 28 | 46 | M5 | 25 | 117 | 8 | 25 | 117 | 50 | 5.5 |
RDM1-125 | 64 | 100 | M8 | 30 | 132 | 24 | 30 | 129 | 60 | 5.5 |
RDM1-250 | 70 | 100 | MIO | 35 | 144 | 26 | 35 | 126 | 70 | 5.5 |
RDM 1-400 | 71 | 105,5 | Φ12 | 48 | 224 | 32 | 44 | 194 | 94 | 7 |
RDM1-400C | 71 | 105,5 | Φ16 | 44 | 225 | 32 | 44 | 215 | - | 8,5 |
RDM 1-630 | 46 | 105 | Φ16 | 58 | 234 | 37 | 58 | 200 | 116 | 7 |
RDM 1-800 | 105 | 105 | 70 | 243 | 48 | 70 | 243 | 70 | 7,5 |
6.4 RDM1-inzetstuktype's totale en installatie open gat afmetingen, zie Figuur 10, Figuur 11 en Tabel 11
Modelnr. | Dimensiecode. | ||||||||||||||
A | B1 | B2 | C1 | C2 | E | F | G | K | H | H1 | H2 | AM | BM | 4-d | |
RDM 1-63 | 135 | 75 | 100 | 50 | 75 | 60 | 1 17 | 100 | 17,5 | 27,5 | 18 | 16 | M5 | M5 | Φ5.5 |
RDM1-125 | 168 | 91 | 125 | 60 | 90 | 56 | 132 | 92 | 38 | 50 | 33 | 28 | M6 | M8 | Φ6.5 |
RDM 1-250 | 186 | 107 | 145 | 70 | 105 | 54 | 145 | 94 | 46 | 50 | 33 | 37 | M6 | M8 | Φ6.5 |
RDM 1-400 | 280 | 149 | 200 | 60 | 108 | 129 | 224 | 170 | 55 | 60 | 38 | 46 | M8 | M12 | Φ8.5 |
RDM 1-630 | 280 | 144 | 88 | - | 143 | 224 | 180 | 50 | 60 | 38 | 48 | M8 | M12 | Φ9 | |
RDM 1-800 | 300 | 182 | 242 | 100 | 158 | 123 | 234 | 170 | 65 | 60 | 39 | 50 | M8 | M12 | Φ8.5 |
RDM1-400C | 305 | 210 | 280 | 90 | 162 | 146 | 242 | 181 | 62 | 87 | 60 | 22 | M10 | M14 | Φ11 |
6.5 Hoogte van de RDM1-stroomonderbreker na installatie van het motop-bedieningsmechanisme, zie Tabel 12.
Modelnr. | RDM1-65L | RDM1-63M RDM1-63H | RDM1-100L | RDM1-100M RDM1-100H | RDM 1-255L | RDM1-25OM RDM1-25OH |
Hoogte | ||||||
AC | 155 | 164 | 152 | 170 | 182 | 199 |
DC | 160 | 171 | 153 | 171 | 177 | 194 |
Modd nr. | RDM 1-400C | RDM1-400L. M. H | RDM1-63OL | RDM1-630M RDM1-630H | RDM1-800M RDM1-800H |
Hoogte | |||||
AC | 227 | 238 | 246 | 246 | 247 |
DC | 160 | 255 | 262 | 262 | 261 |
De RDM1-serie heeft een klein volume, een hoog schakelvermogen, een korte boog en trillingsdempende voordelen, waardoor het het ideale product is voor gebruik op land en op zee. De nominale isolatiespanning van de schakelaar is 800 V (de isolatiespanning van de RDM1-63 is 500 V) en wordt toegepast op een distributienetwerk van AC 50 Hz/AC 60 Hz. De nominale werkspanning is maximaal 690 V en de nominale stroom maximaal 1250 A. De schakelaar verdeelt de stroom en beschermt het circuit en de stroombron tegen overbelasting, kortsluiting en onderspanning. De schakelaar kan ook worden gebruikt om het circuit om te schakelen, de motor onregelmatig te starten en te beschermen tegen overbelasting, kortsluiting en onderspanning. Het product kan zowel verticaal als horizontaal worden geïnstalleerd.
Deze productie wordt toegepast op isolatie, teken:
Normale werkomstandigheden en installatieomgeving
3.1 Temperatuur: niet hoger dan +40°C en niet lager dan -5°C, en de gemiddelde temperatuur niet hoger dan +35°C.
3.2 Installatielocatie maximaal 2000m.
3.3 Relatieve luchtvochtigheid: maximaal 50% bij een temperatuur van +40 °C. Het product kan een hogere luchtvochtigheid bij lagere temperaturen verdragen; bijvoorbeeld bij een temperatuur van +20 °C kan het product een relatieve luchtvochtigheid van 90% verdragen. Condensatie die optreedt als gevolg van temperatuurschommelingen moet met speciale maatregelen worden behandeld.
3.4 Klasse van vervuiling: 3 Klasse
3.5 Maximale installatiehellingshoek: 22,5°
3.6 Installatietype hulpcircuit en stuurcircuit: Klasse II; Installatietype hoofdschakelaar: Klasse III;
Het is bestand tegen normale trillingen en functioneert stabiel onder maritieme omstandigheden.
Code | Structuurbeschrijving (Productie zonder aangegeven is B-type) | ||||||||
Een type | N-pool zonder overbelastingsuitschakeling, en N-pool is altijd aangesloten | ||||||||
B-type | N-pool zonder overbelastingsschakeling en verbinding, onderbreking met andere polen. |
Accessoirenaam Accessoire code Tripping-modus | Niet | Alarmcontact | Shunt-vrijgave | Extra contact | onderspanningsvrijgave | Shunt-vrijgave Hulpcontact | Stroomafschakelspoel + onderspanning uitgave | Twee sets hulpcontacten | Hulpcontact + onderspanningsbeveiliging | Alarmcontact + Shunt release | Alarmcontact + Hulpcontact | Alarmcontact + onderspanningsvrijgave | Alarmcontact + Hulpcontact + Shunt-vrijgave | Twee sets hulpcontact + alarmcontact | Alarmcontact onderspanningsvrijgave + hulpcontact | |
Onmiddellijke vrijgave | 200 | 208 | 210 | 220 | 230 | 240 | 250 | 260 | 270 | 218 | 228 | 238 | 248 | 268 | 278 | |
Dubbele release | 300 | 308 | 310 | 320 | 330 | 340 | 350 | 360 | 370 | 318 | 328 | 338 | 348 | 368 | 378 |
Belangrijkste technische parameter
4.1 Belangrijkste technische parameter zie Tabel 3
Modelnr. | Framemaat nominale stroom Inm A | Nominale stroom In (A) | Nominale werkspanning Ue (V) | Polen | Nominale kortsluitstroomonderbreker (kA) | ||||
Icu/cosφ | Ics/cos Φ | ||||||||
400V | 690V | 400V | 690V | ||||||
RDM1-63L | 63 | (6), 10, 16, 20, 25, 32, 40, 50, 63 | 400 | 3 | 25 | - | 12,5 | - | ≤50 |
RDM1-63M | 400 | 3, 4 | 50 | - | 25 | - | |||
RDM1-63H | 400 | 3 | 50 | - | 25 | - | |||
RDM1-125L | 125 | (10), 16, 20, 25, 32, 40, 50, 63, 80, 100, 125 | 400 | 2, 3, 4 | 35 | - | 25 | - | ≤50 |
RDM1-125M | 400/690 | 2, 3, 4 | 50 | 10 | 35 | 5 | |||
RDM1-125H | 400/690 | 3, 4 | 85 | 20 | 50 | 10 | |||
RDM1-250L | 250 | 100, 125, 160, 180, 200, 225, 250 | 400 | 2, 3, 4 | 35 | - | 25 | - | ≤50 |
RDM1-250M | 400/690 | 2, 3, 4 | 50 | 10 | 35 | 5 | |||
RDM1-250H | 400/690 | 3, 4 | 85 | 10 | 50 | 5 | |||
RDM1-400C | 400 | 225, 250, 315, 350, 400 | 400 | 3 | 50 | - | 35 | - | ≤100 |
RDM1-400L | 400/690 | 3, 4 | 50 | 10 | 35 | 5 | |||
RDM1-400M | 400/690 | 3, 4 | 65 | 10 | 42 | 5 | |||
RDM1-400H | 400/690 | 3, 4 | 100 | 10 | 65 | 5 | |||
RDM1-630L | 630 | 400, 500, 630 | 400 | 3, 4 | 50 | - | 25 | - | ≤100 |
RDM1-630M | 400/690 | 3, 4 | 65 | 10 | 32,5 | 5 | |||
RDM1-630H | 400 | 3, 4 | 100 | - | 60 | - | |||
RDM1-800M | 800 | 630, 700, 800 | 4400/690 | 3, 4 | 75 | 20 | 50 | 10 | ≤100 |
RDM1-800H | 400 | 3, 4 | 100 | - | 65 | - | |||
RDM1-1250M | 1250 | 700, 800, 1000, 1250 | 400/690 | 3, 4 | 65 | 20 | 35 | 10 | ≤100 |
4.2 De overbelastingsstroomafschakelspoel bestaat uit een thermische afschakelspoel met omgekeerde tijdkarakteristiek en een onmiddellijke afschakelspoel (elektromagnetisch).
Distributie-stroomonderbreker | Motorbeveiligingsschakelaar | ||||||
Nominale stroom ln (A) | Thermische relaisontgrendeling | Bedrijfsstroom elektromagnetische vrijgave (A) | Nominale stroom ln (A) | Thermische relaisontgrendeling | Bedrijfsstroom elektromagnetische vrijgave (A) | ||
1.05In conventionele niet-uitschakeltijd H (koude toestand) | 1.30In conventionele uitschakeltijd H (hittetoestand) | 1.0In conventionele niet-uitschakeltijd H (koude toestand) | 1.2In conventionele uitschakeltijd H (hittetoestand) | ||||
10≤ln≤63 | 1 | 1 | 10ln±20% | 10≤ln≤630 | 2 | 2 | 12ln±20% |
63 | 2 | 2 | |||||
100 | 2 | 2 | 5ln±20%, 10ln±20% |
Accessoire voor stroomonderbreker
5.1 Interne accessoire
5.1.1 Shunt-vrijgave
Aansluitschema, zie figuur 1 en figuur 2.
Nominale spanning van de stuurvoeding: AC 50/60Hz, 230V, 400V; DC24V, de stroomonderbreker kan betrouwbaar werken bij een spanning van 85% tot 110% van de nominale stuurvoedingsspanning.
5.12 Onderspanningsbeveiliging
Wanneer de spanning lager is dan 35% van de nominale stuurspanning, kan deze beveiliging de stroomonderbreker blokkeren. Zie figuur 3 voor het aansluitschema.
Wanneer de spanning daalt tot een bereik van 70% tot 35% van de nominale stuurspanning, wordt de onderspanningsafschakelspoel geactiveerd.
Wanneer de spanning binnen het bereik van 85% tot 110% van de nominale stuurspanning ligt, kan deze vrijgave een betrouwbare dosering van het circuit garanderen.
Let op: De stroomonderbreker met onderspanningsbeveiliging kan alleen uitschakelen en sluiten als de stroomonderbreker de nominale spanning krijgt.
5.13 Hulpcontact
De stroomonderbreker heeft twee sets contacten, elke set is elektrisch niet open. Zie Tabel 5 voor de details van de hulpcontacten.
5.14 Alarmcontact
Nominale bedrijfsspanningsparameter, zie Tabel 5.
Type | Framemaat nominale stroom Inm A | AC-15 | DC-13 | ||||
Conventionele verwarmingsstroom A | Nominale bedrijfsspanning V | Ratwd-frequentie Hz | Nominale stroom A | Nominale bedrijfsspanning V | Nominale stroom A | ||
Hulpcontact | lnm≤250 | 3 | 400 | 50 | 0,3 | 230 | 0,15 |
Inm≥2400 | 3 | 0,4 | 0,15 | ||||
Alarmcontact | 63≤lnm≤800 | 3 | 0,3 | 0,15 |
5.15 Speciale stroomonderbrekeraccessoires van de prepaidmeter
De nominale bedrijfsspanning van de prepaidmeter is 230 V AC 50 Hz. De spanning ligt tussen 65% en 110% Ue. Wanneer het schakelpunt open is, wordt de stroomonderbreker na 0,5 tot 2 seconden onderbroken. Zie diagram:
5.16 Overspanningsbeveiliging
De overspanningsbeveiliging moet onder de volgende omstandigheden uitschakelen:
a) Wanneer de nominale bedrijfsspanning (fasespanning) lager is dan 262V
b) Wanneer de neutrale lijn van drie fasen en vier draden breekt
c) Wanneer de neutrale lijn de faselijnen verkeerd verbindt,
5.2 extra accessoire voor stroomonderbreker
5.21 Structuur van het elektrische bedieningsmechanisme zie Tabel 6
Model | RDM 1-63, 100, 2 50 | RDM 1-400.630.800 | |||||
Type | |||||||
Structuur | Elektromagnetisme | Motor | |||||
Specificatie | 50 Hz, 230 V, 400 V |
5.22 Het handmatige bedieningsmechanisme moet worden geïnstalleerd nadat het gat is geboord volgens het diagram.
Draaihendel "UIT" staat in de horizontale positie. Houd de hendel in de juiste positie en probeer de hendel te bedienen. De rotatie moet soepel zijn en de schakelaar moet open zijn als de hendel in de horizontale positie staat. De schakelaar moet gesloten zijn als de hendel in de verticale positie staat.
Modelnr. | RDM1-63 | RDM1-100 | RDM1-250 | RDM 1-400 | RDM 1-630 | RDM 1-800 | ||
Installatiemaat | 50 | 52 | 54 | 97 | 97 | 90 | ||
Y-waarde van de bedieningshendel ten opzichte van het midden van de schakelaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale en montage afmetingen (mm)
5.23 Inbouwafmetingen van de mechanische vergrendeling van twee stroomonderbrekers, zie Tabel 6 Figuur 6 en Tabel 8.
Modelnr. | A | B | W | C | L | A | Φd |
RDM 1-63 | 25 | 117 | 105 | 35 | 22 | 117 | 3,5 |
RDM1-125 | 30 | 129 | 120 | 46 | 22 | 140 | 4.5 |
RDM1-250 | 35 | 126 | 138 | 46 | 22 | 132 | 5.5 |
RDM1-400L, M, H | 44 | 194 | 178,5 | 56 | 28 | 188 | 7 |
RDM 1-800 | 44 | 215 | 176 | 56 | 28 | 188 | 5.5 |
RDM 1-630 | 58 | 200 | 230 | 56 | 28 | 240 | 7 |
RDM1-400C | 70 | 243 | 250 | 56 | 28 | 252 | 5.5 |
Modelnr. | Voorste aansluiting totaal | Installatiemaat | ||||||||||||||||||||
W | L | H | H1 | H2 | H3 | W1 | L1 | L2 | W2 | K | N | M | X | Y | A | B | Φd | |||||
3P | 4P | 3P | 4P | 3P | 4P | 3P | 4P | |||||||||||||||
RDM1-63L | 76 | - | 135 | 73 | 90,5 | 20 | 6.5 | 25 | 170 | 117 | 14 | 86,5 | 42,5 | 35 | - | 25 | 0 | 69 | - | 25 | 117 | 4 |
RDM1-63M RDM1-63H | 76 | 102 | 135 | 82 | 98,5 | 28 | 6.5 | 25 | 170 | 117 | 14 | 86,5 | 41,5 | 35 | 26.5 | 25 | 23 | 69 | 49 | 25 | 117 | 4 |
RDM1-125L | 92 | 122 | 150 | 68 | 86 | 24 | 7,5 | 30 | 200 | 132 | 17 | 89 | 43 | 32 | 27 | 27 | 23 | 67 | 51 | 30 | 129 | 4 |
RDM1-125M | 92 | 122 | 150 | 86 | 104 | 24 | 7,5 | 30 | 200 | 132 | 17 | 89 | 43 | 32 | 27 | 27 | 23 | 67 | 51 | 30 | 129 | 4 |
RDM1-125H | ||||||||||||||||||||||
RDM1-250L | 107 | 142 | 165 | 86 | 110 | 24 | 6 | 35 | 230 | 144 | 24 | 98 | 51 | 39 | 27 | 27 | 23 | 80 | 54 | 35 | 126 | 5 |
RDM1-250M | 107 | 142 | 165 | 103 | 127 | 24 | 6 | 35 | 230 | 144 | 24 | 102 | 51 | 39 | 27 | 27 | 23 | 80 | 54 | 35 | 126 | 5 |
RDM1-250H | ||||||||||||||||||||||
RDM1-400C | 140 | - | 257 | 100 | 146 | 36,5 | 7,5 | 44 | 361,5 | 225 | - | 128 | 50,5 | 20 | - | 53 | - | 90 | - | 44 | 215 | 6.5 |
RDM1-400L | 150 | 198 | 257 | 107 | 155 | 38 | 5 | 48 | 357 | 224 | 31 | 128 | 64,5 | 48 | 48 | 66 | 66 | 90 | 90 | 44 | 194 | 7 |
RDM1-400M | 150 | 198 | 257 | 107 | 155 | 38 | 5 | 48 | 357 | 224 | 31 | 128 | 64,5 | 48 | 48 | 66 | 66 | 90 | 90 | 44 | 194 | 7 |
RDM1-400H | ||||||||||||||||||||||
RDM1-630L | 182 | 240 | 270 | 112 | 160 | 45 | 3,5 | 58 | 370 | 234 | 41 | 135 | 67,5 | 45 | 45 | 66 | 66 | 90 | 90 | 58 | 200 | 7 |
RDM1-630M RDM1-630H | 182 | 240 | 270 | 114 | 160 | 43 | 3,5 | 58 | 370 | 234 | 41 | 138 | 69 | 45 | 42,5 | 69 | 67 | 96 | 90 | 58 | 200 | 7 |
RDM1-800M RDM1-800H | 210 | 280 | 280 | 117 | 160 | 42 | 5 | 70 | 380 | 243 | 44 | 136 | 65,5 | 48 | 48 | 67 | 67 | 82 | 82 | 70 | 243 | 7,5 |
6.2 Totale afmetingen van de achteraansluiting, zie figuur 8 en tabel 10.
6.3 Achteraansluiting installatie open gat afmeting, zie Tabel 9
Modelnr. | Dimensiecode. | |||||||||
H3 | H4 | D | W | L2 | Φd2 | A | B | C | Φd1 | |
RDM 1-63 | 28 | 46 | M5 | 25 | 117 | 8 | 25 | 117 | 50 | 5.5 |
RDM1-125 | 64 | 100 | M8 | 30 | 132 | 24 | 30 | 129 | 60 | 5.5 |
RDM1-250 | 70 | 100 | MIO | 35 | 144 | 26 | 35 | 126 | 70 | 5.5 |
RDM 1-400 | 71 | 105,5 | Φ12 | 48 | 224 | 32 | 44 | 194 | 94 | 7 |
RDM1-400C | 71 | 105,5 | Φ16 | 44 | 225 | 32 | 44 | 215 | - | 8,5 |
RDM 1-630 | 46 | 105 | Φ16 | 58 | 234 | 37 | 58 | 200 | 116 | 7 |
RDM 1-800 | 105 | 105 | 70 | 243 | 48 | 70 | 243 | 70 | 7,5 |
6.4 RDM1-inzetstuktype's totale en installatie open gat afmetingen, zie Figuur 10, Figuur 11 en Tabel 11
Modelnr. | Dimensiecode. | ||||||||||||||
A | B1 | B2 | C1 | C2 | E | F | G | K | H | H1 | H2 | AM | BM | 4-d | |
RDM 1-63 | 135 | 75 | 100 | 50 | 75 | 60 | 1 17 | 100 | 17,5 | 27,5 | 18 | 16 | M5 | M5 | Φ5.5 |
RDM1-125 | 168 | 91 | 125 | 60 | 90 | 56 | 132 | 92 | 38 | 50 | 33 | 28 | M6 | M8 | Φ6.5 |
RDM 1-250 | 186 | 107 | 145 | 70 | 105 | 54 | 145 | 94 | 46 | 50 | 33 | 37 | M6 | M8 | Φ6.5 |
RDM 1-400 | 280 | 149 | 200 | 60 | 108 | 129 | 224 | 170 | 55 | 60 | 38 | 46 | M8 | M12 | Φ8.5 |
RDM 1-630 | 280 | 144 | 88 | - | 143 | 224 | 180 | 50 | 60 | 38 | 48 | M8 | M12 | Φ9 | |
RDM 1-800 | 300 | 182 | 242 | 100 | 158 | 123 | 234 | 170 | 65 | 60 | 39 | 50 | M8 | M12 | Φ8.5 |
RDM1-400C | 305 | 210 | 280 | 90 | 162 | 146 | 242 | 181 | 62 | 87 | 60 | 22 | M10 | M14 | Φ11 |
6.5 Hoogte van de RDM1-stroomonderbreker na installatie van het motop-bedieningsmechanisme, zie Tabel 12.
Modelnr. | RDM1-65L | RDM1-63M RDM1-63H | RDM1-100L | RDM1-100M RDM1-100H | RDM 1-255L | RDM1-25OM RDM1-25OH |
Hoogte | ||||||
AC | 155 | 164 | 152 | 170 | 182 | 199 |
DC | 160 | 171 | 153 | 171 | 177 | 194 |
Modd nr. | RDM 1-400C | RDM1-400L. M. H | RDM1-63OL | RDM1-630M RDM1-630H | RDM1-800M RDM1-800H |
Hoogte | |||||
AC | 227 | 238 | 246 | 246 | 247 |
DC | 160 | 255 | 262 | 262 | 261 |